Afbeelding

Afbeelding: Pexels

Afbeelding: Pexels

Voorrangsregels op de piste

Elke wintersportvakantie trekken duizenden mensen de pistes op. Met zoveel mensen die zo dicht bij elkaar de pistes af suizen, gaat het natuurlijk wel eens mis. Om het aantal ongelukken zo klein mogelijk te houden, heeft de Fédération Internationale de Ski (FIS) een aantal verkeersregels voor op de piste opgesteld.

Hoewel skiën en snowboarden natuurlijk gewoon leuk is, kleven er natuurlijk risico’s aan. Natuurlijk zijn er de bekende valpartijen, maar andere wintersporters op de piste kunnen ook een risico vormen. Want wat doe je als je het spoor van een andere skiër of snowboarder kruist, of als je iemand wil inhalen? Voor dat soort situaties gelden –net als op de weg- verkeersregels op de piste en net als op de weg, kun je je heel wat problemen op de hals halen als je je niet aan de regels houdt. Die regels gelden voor iedereen op de piste, of je nou skiet, of aan het snowboarden bent. Je kunt zelfs strafrechtelijk vervolgd worden als na een ongeluk blijkt dat je je niet aan de regels hebt gehouden.

De pisteregels van de FIS

  1. Houdt rekening met elkaar. Je moet je zo gedragen dat je geen gevaar voor jezelf en anderen bent, of schade veroorzaakt.
  2. Beheers je snelheid en ski-stijl. Je moet in staat zijn om jezelf op de ski onder controle te houden, zodat je altijd veilig kan stoppen of uitwijken voor een ander. Pas je snelheid en stijl dus aan naar je niveau en natuurlijk naar de weers- en sneeuwomstandigheden van het moment. En natuurlijk geldt regel 1, dus kijk ook even naar de drukte voordat je volle bak naar beneden gaat.
  3. Kies een veilig spoor. Als je een ander inhaalt, moet je je spoor zo kiezen dat je jezelf en de ander niet in gevaar brengt. De gene die wordt ingehaald heeft voorrang.
  4. Inhalen mag, van boven naar beneden en vanaf links of vanaf rechts. Houd bij het inhalen dusdanige afstand dat je de sporter die je inhaalt niet hindert in zijn of haar bewegingen.
  5. Piste betreden, invoegen en opwaarts beklimmen. Als je na een stop de gemarkeerde piste weer betreedt, moet je boven je en onder je controleren of je veilig de piste kan betreden.
  6. Alleen als het absoluut noodzakelijk is, mag je stoppen op de piste. Voorkom dus dat je zonder noodzaak stopt op smalle plekken, drukke plekken, of plaatsen waar het overzicht slecht is. Val je? Zorg er dan voor dat je zo snel mogelijk weer de route vrij maakt.
  7. Wintersporters die te voet dalen of klimmen op de piste, moeten dat aan de randen van de piste doen. Ga je toerskiënd over een piste omhoog, dan geldt deze regel ook. 
  8. Houd je aan borden, markeringen en andere aanwijzingen.
  9. In het geval van een ongeluk moet je bijstand verlenen. Ook wanneer je niet zo veel van EHBO weet, kun je altijd hulp bieden. 
  10. Je moet je op de piste kunnen identificeren. Zorg er dus voor dat je een geldige legitimatie bij je hebt!

Huisregels op de piste

Iedereen op de piste wordt geacht de regels van de FIS te kennen en zich eraan te houden. Met andere woorden: een ervaren wintersporter zou ze moeten kunnen dromen. Maar met deze verkeersregels alleen ben je er in veel gevallen nog niet. Veel skigebieden hebben naast deze regels nog eigen ‘huisregels’. Dat kunnen voorrangsregels zijn, maar bijvoorbeeld ook snelheidsbeperkingen. Zulke regels staan op de piste aangegeven, bijvoorbeeld bij de liften.

Een uitgebreid document met alle regels vind je op de site van de Fédération Internationale de ski.