Afbeelding

Verschil kunstsneeuw

Merk je dat je over kunstsneeuw skiet?

Afbeelding Pixabay

Is kunstsneeuw anders dan ‘echte’ sneeuw?

Op de meeste skipistes in de Alpen zie je ze staan: sneeuwkanonnen in alle soorten en maten. Die zorgen ervoor dat er op de skipistes altijd genoeg sneeuw ligt. Maar zijn er verschillen tussen zulke ‘kunstsneeuw’ en de sneeuw die uit de lucht komt vallen?

De naam ‘kunstsneeuw’ is eigenlijk een beetje bedrieglijk. Je zou namelijk snel kunnen denken dat kunstsneeuw een soort kunststof is, oftewel: dat de sneeuw uit iets anders bestaat dan bevroren water. En dat is niet zo. Ook kunstsneeuw bestaat uit bevroren water. 

Kunstsneeuw is anders opgebouwd

Maar als dat zo is, waarom wordt er dan toch zo veel gemopperd over kunstsneeuw? Zijn er dan toch verschillen? Jazeker. Want een sneeuwkanon is toch echt iets anders dan moedertje natuur. Een natuurlijke sneeuwvlok ontstaat heel langzaam. Een klein beetje bevroren vocht beweegt zich lang door de koude luchtlagen in de atmosfeer en gaat door temperatuurverschillen op en neer. Zo ontstaan de die beroemde en prachtige zeshoekige ijskristallen die een sneeuwvlok vormen. 

In een sneeuwkanon gaat dat proces veel sneller. Als de temperatuur laag genoeg is, wordt er in een keer vocht met grote kracht en onder hoge druk door een sneeuwkanon heen geperst. Het eerste verschil dat daardoor ontstaat is dat er veel meer water in een sneeuwvlok zit. En dat niet alleen, als je een natuurlijke sneeuwvlok en de sneeuwvlok uit een sneeuwkanon onder een microscoop legt, zie je een tweede en misschien wel veel opvallender verschil. De sneeuwvlokken uit een sneeuwkanon hebben niet of nauwelijks van die die mooie ijskristallen, maar een veel compactere vlok. Overigens heeft een sneeuwkanon daar wel koude lucht bij nodig. Het moet dus koud zijn, anders is een sneeuwkanon gewoon een soort waterkanon. 

Merk je dat je op kunstsneeuw skiet?

Die verschillen kan je als skiër merken. Want al die compacte sneeuwvlokken vormen samen ook een veel compactere sneeuwlaag, die door al dat water ook nog veel ijziger is. En dus heel wat harder. Dat heeft een aantal grote voordelen, zeker voor wintersportgebieden. De sneeuw blijft namelijk beter liggen en niet onbelangrijk, features op de piste, zoals schansen en buckels, slijten minder hard doordat de sneeuw wat harder is. 

En wat merk je daar als wintersporter van? Eigenlijk twee dingen: die hardere sneeuw zorgt ervoor dat je wat sneller gaat en dat je met een beetje oefening mooie bochten kan carven. Maar zoals gezegd: dat moet wel met een beetje oefening, want als je valt, geeft de sneeuw niet mee. Je komt een stuk harder neer en dat betekent ook dat de kans op blessures een stuk groter is.  
 

Dit artikel is geschreven in samenwerking met Bergen Magazine