5 redenen waarom je eens moet gaan langlaufen

In veel ‘wintersportlanden’ is langlaufen een razend populaire sport. Maar bij ons is langlaufen als wintersport veel minder populair dan skiën en snowboarden. En dat is eigenlijk best jammer. Langlaufen is namelijk een hele leuke sport. Niet voor niets vind je in veel wintersportgebieden heel wat langlaufloipes. Aarzel je? Dan hebben we hier vijf redenen waarom je het écht eens moet proberen!  

De natuur in

Langlaufloipes (sporen) lopen vaak door mooie natuurgebieden. Wie van de natuur wil genieten kan daarom vaak beter een mooie loipe opzoeken dan een skipiste. Hoewel langlaufen in veel landen wel populair is, zijn veel routes een stuk rustiger dan de skipistes, waar mensen met hoge snelheid naar beneden zoeven. Langlaufen gaat een stuk langzamer, daardoor heb je ook meer de tijd om van de natuur te genieten terwijl je onderweg bent. Niet voor niets liggen de langlaufroutes in veel wintersportgebieden midden in de natuur. Het ene moment glij je door het dal langs een beekje, dan duik je het bos en daarna glij je weer over een alm. 

Tot rust komen

Zulke tochten door de natuur, zonder alle adrenaline van de skipiste, kunnen je helemaal tot rust brengen – net als een bergwandeling. Sowieso is een tocht buiten in de natuur stressverlagend en dus goed voor je gezondheid [link naar https://bergwijzer.nl/nieuws/de-bergen-in-een-gezond-idee]. Maar de tocht zelf kan ook heerlijk rustig zijn. Zeker op routes die verder van de grote pistes liggen. Dan hoor je alleen nog maar het ritmische geluid van je ski’s door de sneeuw, je ademhaling, de stilte van de natuur en de wind door de bomen. 

Flinke workout

Hoe rustgevend een langlauftocht ook is, het is wel een flinke workout. In langlaufen komen balans, kracht, souplesse en uithoudingsvermogen allemaal samen. Niet alleen maar in je benen, door het gebruik van stokken worden de spieren in je romp en armen ook flink aan het werk gezet. 

Hoewel langlaufen dus behoorlijk intensief is, is langlaufen niet erg belastend voor je lichaam. Langlaufen is dan ook een van de minst blessuregevoelige wintersporten. Natuurlijk kun je iets overbelasten als je iets té fanatiek tekeergaat, maar vergeleken met skiën en snowboarden, is de kans op botbreuken, verstuikingen en andere nare blessures een stuk kleiner. 

Makkelijke basis, maar veel te leren

Als je op TV een langlaufwedstrijd bekijkt, lijkt de sport waarschijnlijk best lastig. Langlaufers maken het ene moment een soort schaatsende beweging, het volgende moment houden ze hun ski’s evenwijdig aan elkaar in de smalle gleuven van de loipes. Alsof dat allemaal nog niet moeilijk genoeg is, sta je op ski’s en we weten allemaal dat je voor skiën soms ook heel wat lessen nodig hebt. Maar laat je door die TV-beelden niet al te veel imponeren. De basis is namelijk redelijk snel te leren. Natuurlijk ben je dan niet zo goed als de atleten op TV, maar goed genoeg om je een dag in de sneeuw te kunnen vermaken. Als je die basis te pakken hebt, kun je elke winter doorleren en je techniek verbeteren. 

Gezellige sport

Skiën betekent toch al vaak dat je in je eentje de piste afglijdt, om je gezelschap tijdens (korte) pauzes even op te zoeken. Langlaufen is in dat opzicht veel socialer. Door je lagere snelheid kun je makkelijker blijven praten en dus samen genieten van wat je samen meemaakt en ziet.  

Dat laatste maakt langlaufen erg leuk om eens samen te proberen.